Wetenschap is geen kunst

Natuurkundigen kunnen niet schrijven. Dat kunt U gemakkelijk nagaan door een willekeurig wetenschappelijk tijdschrift uit de natuurkunde open te slaan. Wel zijn natuurkundigen uitermate handig met formules en wiskundige modellen. Daar compenseren zij hun gebrek aan literair talent ruimschoots mee. Voor het produceren van deeltjesversnellers, atoombommen, en marslanders heb je blijkbaar geen schrijfvaardigheid nodig.

In de psychologie is het precies andersom. Psychologen en wiskunde, dat is een klein drama. Waar natuurkundigen een artikel rustig openen met een bladzijde vol formules, drukken psychologische tijdschriften die formules hooguit af in een appendix. Onder methodologen geldt niet voor niets de vuistregel dat je in de psychologie met iedere formule een derde van je lezers kwijtraakt. Mijn collega Jelte Wicherts vond in een informeel onderzoekje dat in de sociale psychologie artikelen zonder formules twee keer zo vaak worden geciteerd als artikelen met formules.

Psychologen kunnen niet zo goed rekenen, maar wel schrijven. Dat is geen toeval. Omdat wij niet zoveel weten en ook niet zoveel kunnen, moet je voor een wetenschappelijke carrière toch wel een klein beetje van dat mysterieuze talent bezitten, dat ook ten grondslag ligt aan het vermogen ijskasten aan eskimo’s te verkopen. Een vlotte babbel is niet alleen mooi meegenomen in de wetenschappelijke psychologie; het is een noodzakelijke voorwaarde voor succes. Wie de moeite neemt Grote Psychologen te lezen (van James tot Watson tot Skinner tot Freud) ziet dan ook dat zij eigenlijk maar één ding gemeen hebben: literair talent.

Het literaire genre van het wetenschappelijk artikel heeft in de huidige psychologie zijn voorlopig hoogtepunt bereikt. Je kunt geen tijschrift openslaan zonder dat je tegen creatieve titels aanloopt (niet informatief maar wel opvallend, zoals ‘Chewing on it can chew you up’, of ‘Thinking within the box’). Artikelen beginnen met een alledaags, aansprekend voorbeeldje – liefst uit het leven van de onderzoeker gegrepen – dat bij nader inzien weinig met de inhoud van het onderzoek te maken heeft. De methode- en resultatensecties, die over het algemeen de enige werkelijk belangrijke informatie bevatten, worden in kleine lettertjes afgedrukt, zodat de auteur na zulke futiliteiten snel weer over kan gaan tot het neerzetten van een groots en meeslepend betoog.

Kunst heeft alles te maken met subjectiviteit, originaliteit, tijdgeest, en engagement. Wetenschap gaat juist over objectiviteit, repliceerbaarheid, tijdloosheid, en afstandelijkheid. Hoe beter de wetenschap, hoe minder haar produkten lijken op kunstwerken. Wat dat betreft ziet het er voor de psychologie niet best uit.