Verloren kennis

Als ik niets te doen heb, of juist zoveel dat ik niet meer weet wat ik moet, ga ik vaak even naar een museum. Meestal dwarrel ik wat rond in de Hermitage of het Rijksmuseum. Ik vraag mij dan weleens af of er nog schilders zijn, die in staat zouden zijn om stillevens te produceren zoals men dat in de 17e eeuw deed. Ik stel die vraag niet omdat ik twijfel aan de technische vaardigheid van schilders vandaag de dag. Wie even hyperrealisme Googelt weet wat dat betreft genoeg. Er bestaan nu schilders die waterdruppels of theepotten weergegeven in zodanig detail, dat het een serieuze opdracht is om hun werk van foto’s te onderscheiden. Daar gaat het niet om.

De vraag intrigeert mij eerder omdat er allerlei kennis achter het 17e-eeuwse schilderen verborgen zit, die verloren is gegaan. Het was bijvoorbeeld gebruikelijk dat schilders hun eigen verf maakten. Dat was een vaardigheid waarin allerlei verborgen recepten een rol speelden, die je alleen kon achterhalen door bij een meester in de leer te gaan. Jan van Eck, een van de uitvinders van de olieverf, hield naar het schijnt zijn receptuur strikt geheim. Rembrandt mengde stiekum meel door zijn verf voor een kleverig en transparant effect. Ongetwijfeld hadden vrijwel alle grote schilders vroeger een encyclopedische kennis over de samenstelling van verf en het effect daarvan op het doek. Kennis, die vandaag de dag hooguit een restaurateur nog deels bezit.

Soortgelijke verloren kennis heb je in de muziek. Onlangs zag ik een documentaire over Dark Side of the Moon, een van mijn favoriete albums. David Gilmour, de gitarist van Pink Floyd, legde uit dat men destijds wegens gebrek aan sporen verschillende instrumenten op hetzelfde spoor opnam. Daardoor moesten in de eindmix het volume en andere eigenschappen van het spoor worden aangepast – in real time. Bij het afmixen van de plaat had men daarom vijf paar handen aan de mengtafel, die continu aan allerlei knopjes draaiden. Het afmixen was op zichzelf dus een soort uitvoering, die iedere keer een ander produkt opleverde. Ik maak me sterk dat de hiervoor nodige kennis goeddeels verdwenen is uit de muzikantenpopulatie.

Heb je dat ook in de wetenschap? Dat is een relevante vraag, omdat het in de wetenschap, in tegenstelling tot kunst of muziek, natuurlijk bij uitstek gaat om het behoud en de vermeerdering van kennis. De logisch positivisten, die als eersten systematisch nadachten over de structuur van wetenschap, hielden vol dat wetenschap cumulatief is: de kennis van vandaag bouwt als het ware voort op de kennis van vroeger. Maar andere wetenschapsfilosofen, zoals Paul Feyerabend, menen dat er in de wetenschap niet alleen kennis bijkomt, maar ook verloren gaat, en dat de feiten zelf veranderen met de opkomst en ondergang van theorieën. Dat is natuurlijk een veel interessanter idee. Toch kan ik niet meteen een onomstreden kenniselement bedenken dat vroeger wel in de wetenschap aanwezig was maar nu niet meer. Maar ja, dat kan natuurlijk ook juist zijn omdat die kennis verloren is gegaan.