Stuurvoorrang

Het allermooiste Nederlandse woord in de psychologie is bedacht door Nico Frijda: stuurvoorrang. Stuurvoorrang is wat emoties onderscheidt van andere gevoelens. Het geeft aan dat je met een emotie onmiddellijk iets moet doen: al het andere moet ervoor wijken. Het kan dus niet voorkomen dat je woedend bent op je partner, en dan bij jezelf denkt: laat ik nou eerst eens even rustig mijn punnikwerkje afmaken, dan ga ik straks weer verder met woedend zijn. Je kunt natuurlijk wel gaan punniken als je woedend bent, maar dan is dat al snel een heel fanatiek soort punniken, waarmee je je partner laat weten dat je er even schoon genoeg van hebt. In dat geval wordt er als het ware met stuurvoorrang gepunnikt.

Het schijnt dat Frijda op het prachtige woord gekomen is toen hij de Nederlandse vertaling van zijn oorspronkelijk in het Engels geschreven boek ‘The Emotions’ aan het voorbereiden was. Het oorspronkelijke woord was ‘control precedence’. Het is maar goed dat Frijda die Nederlandse vertaling heeft gemaakt, want ‘control precedence’, daar krijg ik geen warme gevoelens van. Bij stuurvoorrang daarentegen zie ik de metafoor helemaal voor me: de emotie neemt het roer over van de ratio, en dan is er geen houden meer aan.

Van zulke woorden zou je er wel meer willen, maar dat zit er niet langer in. De Nederlandse psychologie is vrijwel geheel Engelstalig geworden. Sinds kort is het laatste bastion gevallen: het Nederlands Tijdschrift voor de Psychologie is het Netherlands Journal of Psychology geworden, en dat markeert het einde van een tijdperk. Het tijdperk van de Nederlandstalige psychologische literatuur.

In de 20e eeuw hebben psychologen een aanzienlijk Nederlandstalig oeuvre bij elkaar geschreven. Dat oeuvre is nu afgesloten. Je kunt daar rouwig om worden, maar dat zou ik maar niet doen. In Frankrijk hebben ze bijvoorbeeld nog wel Franstalige psychologie en daar wordt je niet vrolijk van. Zelfs niet als je Fransman bent, want de Fransen spelen in de wetenschappelijke psychologie geen rol van betekenis.

De wetenschap heeft, sinds de tweede wereldoorlog, een tweede lingua franca (naast de wiskunde) en dat is het Engels. Het had trouwens net zo goed Duits kunnen zijn of Frans of Japans – dat het Engels werd is een historisch toeval. Slecht nieuws voor chauvinisten maar goed nieuws voor de wetenschap. Als iedereen alles kan lezen, dan is er per onderzoeker meer informatie beschikbaar en dus schiet de wetenschap sneller op. Wel jammer van de stuurvoorrang.