In de film Contact zoekt een buitenaards ras contact met onze planeet. Daartoe sturen ze ons de bouwplannen voor een speciaal ruimteschip, waar slechts één aardbewoner in past. Jodie Foster wil graag, maar vindt een internationale commissie op haar pad. Eén van de commissieleden vraagt haar of zij aan een Opperwezen gelooft. Zij antwoordt ontkennend. De bobo merkt daarna fijntjes op dat meer dan 90% van de aarbewoners wél gelovig is. Foster is niet representatief, zacht gezegd.
In de geloofsloze jaren ’90, toen ik deze film zag, was het gemakkelijk te denken dat religie aan een systematische terugtocht bezig was. Daarom vond ik die scène ontluisterend. Ik had mij nooit gerealiseerd tot welk een miniscule minderheid ik behoorde. Hoewel ik er wel aan gewend ben geraakt, is het nog altijd een moeilijke gedachte. De rillingen lopen mij ieder jaar over de rug, als ik op college de resultaten van een groot representatief onderzoek onder Amerikanen te berde breng. Op de vraag “met wie mag Uw zoon of dochter écht niet thuiskomen?” staan de atheïsten boven de homo’s, Afro-Amerikanen, en joden. Echt waar! Ik ben er vast van overtuigd dat een aanzienlijk deel van de respondenten mensen zoals ik tot de brandstapel zou veroordelen, als dat mocht van de wet.
Hoe zit dat met Amerikaanse wetenschappelijk onderzoekers? Zijn die ook religieus aangelegd? Het is een vraag die zich regelmatig voordoet in discussies over de verhouding tussen wetenschap en geloof. Ik heb mij nooit systematisch in de zaak verdiept, maar mijn indruk is dat wetenschappelijk onderzoekers niet vaak aan serieus geloven doen. Ze kunnen wel religieus zijn, maar dan meestal van het soort dat niet in God gelooft. Dat wil zeggen: ze geloven niet in een denkend en handelend almachtig en alwetend wezen, maar eerder in zo’n causaal inerte vaagheid die je wel ziet bij reli-shoppers en progressieve christenen. Zulk geloof is overal mee verenigbaar omdat het inhoudsloos is.
Je vraagt je ook af hoe dat moet, echt geloven als wetenschapper. Doordeweeks moet je dan alles openhouden voor twijfel, maar in het weekend gaat alle twijfel overboord. Bovendien doen bijna alle religies aan autoriteitsargumenten (wat de Bijbel zegt is waar omdat de Bijbel het zegt) en die zijn antithetisch aan de wetenschap, waar de identiteit van de boodschapper er voor de waarheidswaarde van zijn beweringen niet toe doet. Het lijkt mij heel erg lastig.