Het slaapsymptoom

Ik bestudeer tegenwoordig categorisatiesystemen voor psychologische stoornissen, zoals de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM). Zo’n systeem bestaat uit een reeks klachten die gerubriceerd zijn in een kleiner aantal ‘stoornissen’, zoals depressie- en angststoornissen. De data die zo’n systeem oplevert worden statistisch geanalyseerd met latente variabelen-modellen. Hierbij wordt een stoornis (bijvoorbeeld depressie) opgevat als een dimensie die de kans op de bijbehorende symptomen (neerslachtigheid, vermoeidheid, etc.) bepaalt. Mensen verschillen in hun positie op zo’n dimensie en dat verklaart verschillen in symptomen: sommige mensen hebben meer symptomen omdat zij depressiever zijn.

Depressie wordt dan opgevoerd als (potentiële) verklaring van de samenhang tussen symptomen, ongeveer zoals diabetes de verklaring vormt voor symptomen als dorst en vermoeidheid. Het verschil tussen diabetes en depressie is echter aanzienlijk: diabetes is het gevolg van een empirisch identificeerbare aandoening, die een duidelijke causale rol speelt in de symptoomproduktie. Voor depressie is dat niet zo. Ook na tientallen jaren onderzoek is er geen homogene oorzaak voor depressie aangetroffen (als u denkt dat depressieve mensen minder serotonine hebben of gevoelig bent voor andere hersensprookjes dan moet u de onderzoeksliteratuur er nog maar eens op naslaan).

Mijn gok is dat zo’n homogene verklaring voor de symptomen van depressie niet gevonden is omdat zij niet bestaat. De vraag is dan waarom de symptomen van depressie dan toch zo sterk met elkaar samenhangen. Wij denken dat dit komt omdat de ‘symptomen’ van depressie in werkelijkheid geen symptomen in de klassieke zin van het woord zijn. In plaats daarvan, denken wij, vormen ze componenten in een netwerk. Als er een willekeurig symptoom optreedt dan kan die zijn ‘buren’ in dat netwerk ‘aansteken’. Als de causale effecten van een symptoom heel groot zijn, of als er meerdere symptomen tegelijk optreden, dan kan het hele netwerk omvallen, ongeveer zoals dominosteentjes doen. Dan is er sprake van een stoornis.

Stoornissen zoals in de DSM gerubriceerd vormen in dit perspectief clusters van symptomen die hechter met elkaar verbonden zijn. Opvallend is dat slaapproblemen een van de meest voorkomende symptomen vormen (bijvoorbeeld bij angst-, depressie-, en verlavingsstoornissen). Als wij het bij het juiste eind hebben, spelen slaapproblemen dus een belangrijke rol in de ontwikkeling van psychische stoornissen. Slaapproblematiek is dan een ‘hub’, die zowel het gevolg als de oorzaak van allerlei andere problemen is; ongeveer zoals Schiphol een belangrijke ‘hub’ is in het vliegverkeer.

U moet maar vroeg naar bed vanavond.