Het geheim van goede wetenschap

De afgelopen jaren zijn Aziatische landen flink aan de weg aan het timmeren in wetenschapsland. Vooral in de exacte hoek investeren Oosterse regeringen enorme sommen geld. Soms probeert men zelfs in één klap een heel vakgebied op de kaart te zetten, zoals bijvoorbeeld Singapore nu doet met een nieuw instituut voor complexiteitsonderzoek. Door de wetenschap hoeveelheden geld en mogelijkheden te bieden, die Westerse landen niet meer willen of kunnen ophoesten, proberen Aziatische politici om topwetenschappers naar Azië te krijgen.

In mijn eigen vakgebied, de psychometrie, is vooral China momenteel opvallend aktief. Dat bleek bij de vorige conferentie van de internationale vereniging van psychometrici. Daar stond pardoes een heel contingent promovendi uit Peking op de stoep. Helemaal gewend aan de wetenschappelijke gebruiken was men nog niet. Zo vroeg een van de onderzoekers na haar presentatie aan de voorzitter van de sessie of hij misschien een foto van haar wilde nemen. Daarna nam zij zelf een foto van het licht verbijsterde publiek.

De Chinezen laten er echter geen gras over groeien en hebben nu zelfs besloten deze psychometrische conferentie te gaan organiseren. Ik vind dat een heel goed idee. Niet alleen omdat ik best een keer naar Peking wil, maar ook omdat ik benieuwd ben hoe zo’n Chinese universiteit er van binnen uitziet. Tot nog toe wil het met het opzetten van een deugdelijk wetenschappelijk bedrijf althans in China namelijk nog niet erg lukken: de Chinese pogingen om mee te draaien bestaan op dit moment althans in mijn vakgebied vooral uit invuloefeningen.

Je vraagt je af waar dat aan ligt. Tenminste één factor die de Chinezen in de weg zit is hun staatsbestel. China is, hoe je het ook bekijkt, een klassieke dictatuur. Goede wetenschap heeft echter een heel sterk anarchistisch element. Niemand is er de baas. Status, afkomst, of positie doen er weinig toe, want wie een onjuiste bewering doet wordt vroeg of laat ontmaskerd door de feiten, en dan doet het er niet toe of je tophoogleraar of AiO bent. Het omgekeerde geldt ook: met een echt goed idee komt een eerstejaarsstudent net zo gemakkelijk in Science of Nature als ik. Ik ken bijvoorbeeld een productieve onderzoeker die in het dagelijks leven taxichauffeur in New York is.

Uiteraard is in allerlei onderzoeksgroepen sprake van allerlei kleine koninkrijkjes en dictatuurtjes, want niets menselijks is de wetenschapper vreemd, maar in de kern is er maar één koning in de wetenschap en dat is de empirie. Dit verhoudt zich om allerlei redenen slecht met een systeem waarin autoriteit toegekend wordt aan mensen in plaats van aan feiten of methoden. Daarom is er nooit een goed wetenschappelijk systeem van de grond gekomen in de Sovjet-Unie of Nazi-Duitsland en daarom staat er in het Vaticaan geen universiteit. Wetenschap ondergraaft het gezag van machthebbers systematisch, omdat ook de machthebbers moeten buigen voor de feiten. Daar houden dictators en geestelijk leiders niet van.

Een groeiende wetenschap is voor een dictatuur ook gevaarlijk. Van wetenschap worden mensen kritischer en anarchistischer. Ze leren gaten te schieten in slechte redeneringen en rammelende methoden. Voor je het weet kun je het volk niets meer op de mouw spelden. Dat is slecht nieuws voor een dictatuur. De Aziatische dictators spelen dus met vuur. Het zal mij benieuwen of het hun lukt om een echte wetenschappelijke cultuur te creëren zonder hun eigen graf te graven.