Baby’s gooien

Tradities hebben twee in het oog springende kenmerken. Ten eerste hebben ze een vanuit hedendaags gezichtspunt arbitrair karakter, en ten tweede zijn ze zeer moeilijk te veranderen. In India heb je bijvoorbeeld dorpjes waar het traditie is om baby’s van een tien meter hoge toren te gooien om ze vervolgens in een grote doek op te vangen. Dat slaat nergens op, maar politici die het gebruik enkele jaren terug wilden verbieden liepen tegen een muur van verzet op, en volgens mij bestaat de traditie nog altijd. Tradities zijn, ondanks hun arbitraire karakter, dus uitermate weerbaar.

In Nederland hebben we deze eigenschappen van tradities de laatste jaren buitengewoon goed kunnen bestuderen aan de hand van de zaak Zwarte Piet. De kleur van Zwarte Piet is vanuit hedendaags gezichtspunt volstrekt arbitrair (vanuit een historisch gezichtspunt is dat natuurlijk niet het geval, en dat is ook precies waar de tegenstanders van Piet hun kruit vandaan halen). Het zal kinderen bovendien een zorg zijn of Piet blauw, groen, of geel is. Ik geloof eigenlijk zelfs niet dat de kleur zwart de voorstanders van Zwarte Piet inhoudelijk gezien veel kan schelen – was Piet altijd al geel geweest, dan vocht men nu voor het behoud van Gele Piet. Het gaat om het behoud van de traditie zelf, niet om de inhoud van de traditie.

Traditie lijkt wat dat betreft op religie. Ook religie is inhoudelijk gezien arbitrair. Sommige volkeren geloven dat de aarde geschapen is door een man met een baard, andere dat hij onstond uit een ei, en weer andere dat hij door een geit is uitgespuugd. Je kunt het zo gek niet bedenken, of er is wel ergens een gemeenschap die het gelooft. De bekende Church of the Flying Spaghetti Monster kapitaliseert op dit arbitraire karakter van religie, en gebruikt het om religieus geïnspireerde wetgeving aan te klagen. Zo eisen aanhangers van deze stroming het recht op om op scholen hun scheppingsverhaal te mogen onderwijzen (waarin de aarde dus gecreëerd werd door een vliegend Spaghettimonster) en om op hun rijbewijs een foto te mogen plaatsen, waarop ze afgebeeld staan met hun religieuze hoofddeksel (een vergiet).

Waarom zijn tradities tegelijk arbitrair en stabiel? Dat is maatschappelijk gezien een zeer belangrijke vraag. Tradities leiden tot maatschappelijke onrust en er gaan meer mensen aan dood dan aan het broeikaseffect. Een goed wetenschappelijk model, dat het ontstaan van tradities en de stabiliteit ervan verklaart, zou dus niet weg zijn. Je zou denken, dat er massa’s wetenschappers aan zo’n model werken.

Maar dat is niet zo. Misschien heeft dat te maken met het feit dat een wetenschappelijk model van traditie er niet omheen kan ook religie tot onderzoeksonderwerp te verklaren. Dat is lastig. Verklaar je het bestaan van religies wetenschappelijk, dan kunnen goden namelijk geen rol spelen in dat verklaringsmodel. Je zou dan immers verklaringen krijgen als “mensen gooien hun babies van tien meter hoog naar beneden, omdat god dat zo wil”. Dat wordt natuurlijk niets. Wetenschappelijke verklaringen van religie moeten er derhalve van uitgaan, dat goden niet bestaan. Daarmee zijn ze voor de 84% van de mensheid die een religieuze overtuiging heeft a priori onacceptabel. Dat geeft heibel. Veel wetenschappers hebben daar geen zin in, en gaan liever iets anders onderzoeken.

Traditie. We zitten er nog wel even aan vast, ook al snapt niemand waarom.