Apenrots

Vroeger was ik jaloers op de PR van andere vakgebieden. Natuurkundigen hadden Stephen Hawking, biologen Edward Wilson, en paleontologen Stephen Jay Gould. Daar zat je als psycholoog een beetje beteuterd naar te kijken. Maar tegenwoordig zijn de rollen omgedraaid. Want wij hebben Dr. Phil.

Van Dr. Phil kun je veel leren. Zo had hij laatst een meisje van veertien op bezoek, dat aan orale seks had gedaan. Dr. Phil had bedacht dat het goed zou zijn als zij recht in de camera tegen de jeugd zou zeggen dat orale seks helemaal niet leuk is en dat je er maar beter niet aan kunt beginnen. Een effectief stukje cognitieve gedragstherapie van Dr. Phil, want ik weet zeker dat althans dit meisje nooit meer het woord ‘orale seks’ in de mond zal nemen, om over andere zaken maar te zwijgen. Na de show kon ze zich meteen inschrijven voor de volgende aflevering. Over kinderen, die gepest worden op school.

Het lijkt alsof Dr. Phil mensen helpt, maar dat is natuurlijk niet zo. Wat je ziet in zijn programma, is iemand die kundig mensen manipuleert, en daarbij altijd zijn gelijk haalt. De geëvolueerde variant van zo’n dominante gorilla die zijn soortgenoten alle hoeken van het hok laat zien. Ook leuk om naar te kijken, maar die apen worden er net zomin beter van als de gasten van Dr. Phil.

In de biologie heet Dr. Phil een alfa-mannetje. Met alfa-mannetjes moet je uitkijken. Het is een sociale wet dat alfa-mannetjes, die teveel macht krijgen, vanzelf megalomaan worden. Dat geldt ook aan de universiteit. Daar ziet het ontspoorde alfa-mannetje zichzelf niet langer als werknemer van een wetenschappelijke instelling, maar als de baas van een apenrots. Daarvan worden vooral AiO’s de dupe, want die staan het laagst in de pikorde.

Het gebrek aan machtsevenwicht tussen AiO en professor is zo groot, dat het zelfs beleidsmakers opgevallen is. Die hebben daarom nota’s en bepalingen opgesteld. Een AiO kan daar helaas geen beroep op doen, want het is loopbaantechnisch geen goed idee om een hoogleraar tegen je in het harnas te jagen. Om de relatie tussen AiO’s en professoren te verbeteren kunnen beleidsmakers daarom beter gebruik maken van de biologische wetmatigheden die van nature al op de apenrots gelden.

De Eerste Wet van de Apenrots luidt: Het enige dat werkt tegen een alfa-mannetje is een groter alfa-mannetje. We moesten Dr. Phil maar eens uitnodigen voor een workshop.