Zonnebloemen

Voor uitzonderlijk creatieve daden moet je niet in de kunst zijn, maar in de wetenschap. Dat is een riskante opmerking, die gemakkelijk opgevat wordt als heiligschennis. Dat komt omdat er zowel over kunst als over wetenschap nogal wat misverstanden bestaan. Misschien wel de meest wijdverbreide is dat kunst draait om creatieve en oorsponkelijke invallen, terwijl wetenschappelijk onderzoek een beetje een saaie bedoening is waarbij het er vooral om gaat volgens een vooropgezet stramien zoveel mogelijk gegevens te verzamelen. De onderzoeker zit in dat wetenschapsbeeld als een soort moederkip te broeden op een ontzagwekkende stapel feitjes, en zich handenwrijvend te verkneukelen over de zekerheden die de wetenschappelijke onderneming heeft opgeleverd. Zo werkt het dus niet.

In de wetenschap zijn feiten slechts in zoverre interessant dat ze ons informatie verschaffen over de juistheid of onjuistheid van theorieën. Om die theorieën is het ons te doen. En het bedenken van een goede wetenschappelijke theorie is helemaal niet saai of aan regeltjes gebonden. Dat is een creatieve daad bij uitstek. Relativiteitstheorie en evolutieleer behoren bijvoorbeeld zonder meer tot de grootste creatieve produkten die het mensenvolk heeft voortgebracht. De hersenspinsels van Mulisch of de zonnebloemen van Van Gogh kunnen daarbij nog niet in de schaduw staan.

Dat komt zo. Grote doorbraken in de wetenschap zijn altijd gebaseerd op radicaal nieuwe ideeën over de wereld en dus per definitie creatief. In de regel geldt het tegendeel voor kunst, muziek, en literatuur. Wat mij betreft zijn de creatieve pioniers van de schilderkunst bijvoorbeeld al minimaal tienduizend jaar terug aan de verkeerde kant van het gras terecht gekomen. Het idee dat je zonnebloemen kan representeren met wat klodders verf op een stuk doek is creatief en briljant. De holbewoner die dat op zijn of haar conto heeft staan schaar ik dan ook zonder morren onder de grootste creatieve geesten uit de geschiedenis. Maar laten we eerlijk zijn: wat is er nou creatief aan het zesmiljoenste schilderij van een stel zonnebloemen? Dan vind ik bijvoorbeeld het idee, dat de gelijktijdigheid van twee gebeurtenissen relatief is ten opzichte van de beweging van de observator, een stuk oorsponkelijker.

Het is maar goed dat creativiteit niet echt telt bij de waardering van literatuur. Anders zouden schrijvers ook wetenschappelijke literatuur gaan produceren. Dat zou jammer zijn, want een mooi verhaal over een stukgelopen liefde gaat er op de regenachtige zondag toch prettiger in, dan een hels ingewikkeld wetenschappelijk stuk.